Skip Navigation

Een locatie voor een alarmmelding of gebeurtenis selecteren

Er zijn twee manieren om met behulp van de kaartfunctie locaties toe te voegen aan een alarmmelding of gebeurtenis: door aangepaste locaties te definiëren met de tekenhulpmiddelen op de kaart en door geografische gebieden te selecteren in een lijst met locaties die vooraf zijn gedefinieerd door een BlackBerry AtHoc-beheerder.
Wanneer gebruikers en beheerders een alarmmeldings- of verantwoordelijkheidssjabloon maken, kunnen zij ‘Locatie’ een verplicht onderdeel maken door op de knop ‘Instellingen’ te klikken en het selectievakje
Locatie verplicht
in te schakelen. Wanneer een gebruiker een alarmmelding of gebeurtenis maakt op basis van de sjabloon en geen locatie toevoegt, krijgt de melding of gebeurtenis de status ‘Niet gereed’.
Wanneer u
E-mail
of
Bureaubladmelding
selecteert in het gedeelte
Persoonlijke apparaten selecteren
van een alarmmelding, wordt een afbeelding van de kaart opgenomen in de alarmmelding als deze mogelijkheid is ingeschakeld voor uw organisatie.
Voer de volgende stappen uit om een kaart te openen waarin u een of meer geografische locaties voor een alarmmelding of gebeurtenis kunt selecteren:
  1. Klik in het gedeelte
    Inhoud
    op
    Toevoegen
    in het veld
    Locatie
    .
    Er verschijnt een apart scherm met een interactieve kaart.
    Als u over de vereiste machtigingen beschikt, kunt u het standaardkaartgebied instellen via het scherm ‘Kaartinstellingen’.
  2. Als de gewenste locatie niet wordt weergegeven op de huidige kaart, typt u in het zoekveld het adres, het nuttige punt of de lengte- en breedtegraad. Druk op
    Enter
    op uw toetsenbord om de kaartlocatie te vernieuwen.
  3. Als u een vooraf gedefinieerde locatie op de kaart wilt gebruiken als doelcriteria, klikt u op
    Vooraf gedefinieerde locaties selecteren
    om een vervolgkeuzemenu te openen waarin u een van de lagen kunt selecteren die voor u zijn gemaakt. Wanneer u een laag selecteert, wordt de kaart automatisch bijgewerkt en wordt de laaglocatie op het scherm weergegeven.
    Het wordt aanbevolen meerdere lagen met verschillende vooraf gedefinieerde locaties te uploaden om de bruikbaarheid en systeemprestaties te verbeteren. Kaartlagen worden geconfigureerd op het scherm ‘Kaartinstellingen’. Beheerders hebben toegang tot deze instellingen via
    Instellingen
    >
    Basis
    >
    Kaartinstellingen
    .
  4. Selecteer een of meer vooraf gedefinieerde locaties binnen de laag door erop te klikken op de kaart of door het selectievakje naast de namen in het vervolgkeuzemenu in te schakelen.
    Terwijl u selecties maakt, worden de locaties gemarkeerd op de kaart.
  5. Als u een aangepaste locatie wilt maken, klikt u op
    Aangepaste locaties maken
    om de tekenhulpmiddelen voor het maken van vormen weer te geven.
  6. Klik op een van de vormknoppen op de werkbalk ‘Kaartgereedschappen’ en klik en sleep op het scherm om de locatie te bedekken die u wilt gebruiken in de alarmmelding of gebeurtenis.
  7. Als u de grootte van een aangepaste locatie wilt weergeven, klikt u op de vorm op de kaart. Er verschijnt een zwart vak naast de knop ‘Aangepaste locaties maken’, waarin het totale gebied van de aangepaste locatie wordt weergegeven in vierkante mijl of vierkante kilometer, afhankelijk van de maateenheid die uw systeem gebruikt.
  8. Als u een aangepaste locatie wilt bewerken, klikt u op de vorm en klikt en sleept u vervolgens op een willekeurige cirkel die op de rand van de vorm verschijnt.
  9. Voer de volgende stappen uit om nieuwe vormen naar boven en naar beneden te schalen terwijl de afmetingen behouden blijven:
    1. Houd de Shift-toets op uw toetsenbord ingedrukt.
    2. Klik op de vorm om hem te selecteren.
    3. Beweeg de cursor over een van de witte vierkantjes rond de vorm.
    4. Klik op het witte vakje en houdt de muis ingedrukt terwijl u deze sleept om de vormgrootte te vergroten of te verkleinen.
      Wanneer u vormen maakt en vooraf gedefinieerde locaties op de kaart selecteert, wordt het veld
      Overzicht van locatie
      rechtsonder bijgewerkt om u een overzicht te geven van het totale aantal locaties dat op de kaart wordt weergegeven en de locaties die in de alarmmelding of gebeurtenis worden opgenomen.
  10. Voer een van de volgende handelingen uit om een van de aangepaste locaties die u hebt gemaakt te verwijderen:
    •  Klik in het veld ‘Overzicht van locatie’ op de knop
      X
      naast elke locatie die u wilt verwijderen. Als u meerdere aangepaste locaties hebt gemaakt, worden deze gecombineerd in de lijst en kunnen ze niet afzonderlijk worden verwijderd. Gebruik de hieronder beschreven methode om afzonderlijke aangepaste locaties te verwijderen.
    • Klik op de rand van de locatievorm op de kaart om deze te selecteren en klik vervolgens op Het pictogram Verwijderen om de vorm te verwijderen.
  11. Als u het totale aantal gebruikers en organisaties wilt zien dat zich binnen de geselecteerde kaartlocaties bevindt, klikt u op
    Berekenen
    naast het veld
    Doel op locatie
    .
    Gebruikers en organisaties die worden vermeld in het veld ‘Doel op locatie’ worden niet
    automatisch
    toegevoegd aan de lijst met doelen voor alarmmeldingen of gebeurtenissen. Als u deze als doelen wilt toevoegen, moet u
    Doelgebruikers
    en
    Doelorganisaties
    selecteren.
  12. Wanneer u klaar bent met het toevoegen van locaties en het selecteren van gebruikers en organisaties als doelgroep, klikt u op
    Toepassen
    .