Een reactieoptie als gebruikerskenmerk configureren
Reactieopties kunnen een van de volgende typen zijn:
- Aangepast: gedefinieerd tijdens het maken van een alarmmelding of sjabloon voor alarmmeldingen. Dit is het meest voorkomende type.
- Vooraf ingesteld: vooraf gedefinieerd als gebruikerskenmerken. De vooraf ingestelde opties hebben een functie die niet beschikbaar is in aangepaste reacties. Wanneer een gebruiker op de alarmmelding reageert met een vooraf ingestelde optie, wordt de reactiewaarde naar zijn gebruikersgegevens gekopieerd als een gebruikerskenmerk dat later het onderwerp van een opdracht kan zijn. Het gebruikerskenmerk moet van het type keuzelijst met één keuze zijn.
Voordelen van het gebruik van een vooraf ingestelde reactieoptie Vooraf ingestelde reactieopties die zijn aangemaakt als gebruikerskenmerken, zijn geschikt in de volgende situaties:
|
- Klik op de menubalk op het pictogram .
- Klik in het gedeelteGebruikersopGebruikerskenmerken.
- Klik in het schermGebruikerskenmerkenopNieuw>Keuzelijst met één keuze.
- Goede gewoonte:typ in het scherm ‘Nieuw kenmerk’ de naam van het nieuwe kenmerk voorafgegaan door ‘RO’ om aan te geven dat het kenmerk voor reactieopties is, bijvoorbeeld RO-kantoorlocatie.
- Voeg in het veldWaardede reactieopties voor elke keuzelijstoptie toe.
- Laat in het veldPagina-indelingbeide vervolgkeuzelijsten ingesteld staan opNiet weergeven.
- Als u de antwoorden wilt volgen, selecteert uIngeschakeldin het veldRapporten van medewerkersen typt u een rapportnaam, bijvoorbeeld ‘Reactieopties kantoorlocaties’.
- Klik opOpslaan.Het gebruikerskenmerk van de reactieoptie wordt weergegeven in het gedeelteReactieoptiesvan het scherm met gegevens over de alarmmelding.Als in stap 7 het selectievakjeInschakelenhebt geselecteerd, wordt elke keer dat een gebruiker een alarmmelding publiceert met de reactieopties die u hebt gemaakt, de optie die elke respondent selecteert toegevoegd aan zijn gebruikersgegevens. Als u een overzicht van de reacties op elke optie wilt weergeven, gaat u naarRapporten>Rapporten van medewerkersen klikt u op de naam die u het rapport in stap 7 hebt gegeven.